location: kunsthuis syb, hoofdstraat 70, beetsterzwaag nl
exhibition runs until 4 january 2004
Het lijkt alsof de curator zichzelf heeft vrijverklaard, vindt outLINE. Zijn rol houdt tegenwoordig veel meer
in dan alleen het beheer van een collectie of de verbintenis aan een
instituut. Zijn onafhankelijkheid is terug te vinden in de
tentoonstellingen die hij organiseert. Hij bepaalt het concept of de
opvatting die hij wil vertonen. Hij kiest de kunstenaars en kunstwerken
om zijn visie vorm te geven. De curator beslist waar, wanneer, hoe en
met wie hij werkt, maar is hij daarom de 'nieuwe kunstenaar'?
Grenzen
Sinds de avant-garde van de jaren twintig zijn de grenzen van de kunst - in verhouding tot de toeschouwer - verlegd. Daarvoor was kunst een object waarover door de beschouwer nagedacht kon worden vanuit een subjectieve en afstandelijke relatie. Na de invloedrijke readymades van Marcel Duchamp is deze positie definitief veranderd. Het resultaat is dat de toeschouwer niet alleen de beslissing heeft over subjectieve zaken als smaak en waarde, maar opeens ook betrokken werden bij het beslissen of het überhaupt kunst was, en waarom. De monarchie van de kunst - en daardoor ook zijn grenzen - is sindsdien in opspraak. De werken van de Minimalisten veertig jaar later zouden opnieuw wijzigingen aanbrengen bij de rol van de toeschouwer. Door hem een positie te geven die een directe relatie had met het werk zelf, werd ook de ruimte waarin het geplaatst was - en hoe de toeschouwer daarin stond - van belang. Vandaag de dag is het rijk van de kunst nog uitgebreider en daardoor zijn grenzen nog vager met de komst van steeds nieuwere technologische en mediale mogelijkheden.
De bedoeling van deze expositie is om de toeschouwer uit te nodigen naar de ruimte van ieder kunstwerk en voor zichzelf hun (ruimtelijke) relatie met het werk te laten bepalen. Sommige werken mogen aangeraakt en behandeld worden, anderen vragen om afstand. Het doel om zo een compilatie te presenteren is om onduidelijkheid te creëren rondom hoe de toeschouwer het kunstwerk kan benaderen. Hierdoor wordt hij gedwongen om spontane en impulsieve keuzes te maken wat betreft zijn relatie en positie tot het werk. Anders gezegd wordt hij geforceerd om zijn eigen grenzen te trekken.
Mythe
Mythe is altijd een belangrijke bron van inspiratie geweest voor kunstenaars. In de oudheid werden afbeeldingen gemaakt ter ere van specifieke mythes, namelijk goddelijke en religieuze verhalen. Later is deze invloed te zien in de narratieve en iconografie die kunstenaars gebruiken in hun schilderijen en beelden. Mythe is niet alleen zichtbaar in de thematische en inhoudelijke keuzes van de kunst, maar men zou zelfs kunnen stellen dat kunst op zich een mythe is. Aan het begin van de twintigste eeuw zorgde het idee l'art pour l'art ervoor dat kunst beschouwd kon worden als een afgezonderd deel van de maatschappij. Het hield zichzelf staande met de populaire gedachte dat het symbool was voor een cultureel ideaal die cruciaal was voor de evolutie van onze samenleving. De mythe rondom de kunstenaar is ook een curieus fenomeen omdat in vele gevallen het kracht gaf aan een kunstwerk en in sommige gevallen het werk zelfs overschaduwden. Van Gogh wordt nog steeds gezien als de stereotype beeld van een kunstenaar: arm en nog nooit een schilderij verkocht, terwijl zijn werken jaren na zijn dood miljoenen waard zijn. Opmerkelijk is ook dat een kunstwerk nog steeds in waarde stijgt zodra de kunstenaar overleden is, wat als hedendaagse vorm van mythe opgevat kan worden.
Voor deze expositie is een selectie van kunstwerken gemaakt die betrekking hebben tot verschillende aspecten van mythe. Sommige van de kunstwerken presenteren mythe aan de hand van hun inhoud of de relatie die het werk heeft met de kunstenaar die het gemaakt heeft. Anderen verduidelijken de aanwezigheid van mythe door de persoonlijke mythes van de toeschouwer te veronderstellen en deze hiermee te confronteren. Uiteindelijk staat de toeschouwer gevangen tussen zijn eigen mythes en die van het kunstwerk.
Metamorfose
Een interpretatie of de betekenis van een kunstwerk is nooit permanent. De grenzen, rol, functie, positie en context van een kunstwerk is elke keer anders waarneer het benaderd of bekeken wordt. Bijvoorbeeld: als een werk uit de Griekse oudheid nauwkeurig nagemaakt werd zou het een geheel andere en unieke context bevatten dan die van het origineel. Ook al zijn zij precies hetzelfde hebben zij hele verschillende betekenissen. Tegelijk kan het originele Griekse beeld al meerdere betekenissen bevatten: voor de één is het de ideaal van waaruit alle kunst getraceerd kan worden, voor de ander is het symbool voor de tirannie van de westerse kunsthistorische kanon. Hoe dan ook, deze veranderingen behelzen meerdere interpretaties and ervaringen die tegelijk evolueren en samen het kunstdiscours betekenen, wat een constante metamorfose is.
Voor deze expositie is een selectie werken gepresenteerd waar de metamorfose ook constant is. Deze veranderingen kunnen ogenblikkelijk plaatsvinden en de nodige assistentie van de toeschouwer eisen. Bij andere gevallen is het de inhoud van het werk zelf die te maken heeft met transformatie en/of de manier waarop het werk gepresenteerd wordt waardoor een gedaantewisseling duidelijk wordt. Het magische kwaliteit van een metamorfose ligt bij de kundigheid van de kunstenaar maar ook bij de rol van de toeschouwer, want uiteindelijk is die het die een betekenis bepaald of verandert.